‘We willen wel transparant zijn, maar dat is niet altijd makkelijk’

Thomas Widdershoven is adviseur Handhaving bij Toeslagen. Vanuit die functie probeert hij fraudebestrijding en dienstverlening aan de burger op een goede manier samen te laten gaan. De afgelopen jaren lukt dit volgens hem al steeds beter. Maar hij ziet zeker nog ruimte voor verbetering.

Beeld: Thomas Widdershoven (adviseur Handhaving bij Toeslagen)

Wat houdt jouw werk bij Toeslagen precies in?

“Ik ben bijna tien jaar geleden begonnen als uitzendkracht en heb daarna jarenlang gewerkt voor een toezichtteam. In die tijd speelde de ‘Bulgarenfraude’ en eiste de Kamer een hardere fraudeaanpak. We zijn toen meer gaan controleren op basis van risico’s, dus waar we een grotere kans op fouten verwachtten. Onder politieke druk zijn we daarin als organisatie doorgeslagen.

Ook nu houd ik me bezig met het inschatten van risico’s op fouten. Maar dan meer op een strategisch niveau. In ons team bepalen we onder meer welke soorten aanvragen we extra willen controleren en waarom. Maar bijvoorbeeld ook welke bewijsstukken we bij burgers willen opvragen. En of we dat op voorhand of pas na betaling van de toeslag doen. Zo willen we het uiteindelijk makkelijker maken voor de burger en grote terugvorderingen voorkomen.”

Ik denk ook dat we als organisatie al veel opener zijn. Maar echte transparantie blijft een uitdaging.

Heb je de organisatie zien veranderen de afgelopen jaren?

“We gaan anders om met het bestrijden van fraude. Onder meer door bepaalde fouten simpelweg onmogelijk te maken. Het was bijvoorbeeld mogelijk om kinderopvangtoeslag aan te vragen voor andermans kinderen. Dat kan nu niet meer. Maar ook in de cultuur van Toeslagen is echt al een omslag gemaakt. Vroeger was het doel van de organisatie toch vooral om de schatkist te beschermen. Nu werken we eraan om onze dienstverlening te verbeteren. Daarbij is vertrouwen in de burger het uitgangspunt geworden.

Ik denk ook dat we als organisatie al veel opener zijn. Maar echte transparantie blijft een uitdaging. Dat heeft te maken met bureaucratie, maar ook met de complexiteit van het systeem. Zo willen we graag een goede online uitleg geven over het verzamelinkomen. Maar dat is bijna onmogelijk. Die wetgeving is zo complex, dat je het liefst iedereen advies op maat zou geven.”

Wat is er volgens jou nodig voor verdere verbetering?

“Ik denk dat het vooral belangrijk is om naar het proces van toeslagen als geheel te kijken. Als we in onze organisatie nu strategische keuzes maken, draait het vaak om capaciteit en budgetten. Maar wat betekent die keuze voor een burger? Welk probleem lossen we ermee op? En welke wetgeving zit erachter? Daar zouden we veel meer met elkaar over in gesprek moeten gaan.

Zelf worden we vaak geregeerd door de waan van de dag. Daarom denk ik dat de inspectie aan dat gesprek een waardevolle bijdrage kan leveren. Vanuit haar onafhankelijke positie kan zij ook de rol belichten van de wetgever en onze opdrachtgevers, zoals SZW. En laten zien dat Toeslagen er is voor mensen: die openheid zal hopelijk ook bijdragen aan het herstel van vertrouwen in de overheid.”